Veel senioren komen tegenwoordig niet meer aan hun slaap toe. Het gemiddeld aantal uren nachtrust dat een volwassen persoon moet hebben is 7 uur. Dit haalt een groot deel van de ouderen lang niet altijd. 44% van de ouderen lijdt aan slapeloosheid. Echter, juist voor de senioren is het belangrijk dat ze goed slapen. Het kan gevaarlijk zijn om last van slapeloosheid te hebben in deze leeftijdscategorie. Het neemt wat extra risico’s mee: vallen en het verminderen van de hersenactiviteiten zijn voorbeelden van deze risico’s. Hieronder staan een aantal oorzaken waardoor ouderen minder slapen.
Ziekte
Gezondheidsproblemen kunnen ervoor zorgen dat senioren minder goed in slaap kunnen komen. Zeker wanneer de persoon zich niet comfortabel voelt in zijn/haar bed. Een speciaal seniorenbed kan hiervoor de uitkomst bieden. Een seniorenbed bevat eigenschappen welke heel goed aansluiten bij de behoeften van de meeste senioren. Rusteloosheid kan ook invloed uitoefenen op het in slaap komen. Wanneer ouderen hieraan werken, bijvoorbeeld met behulp van een huisarts of goede medicatie, zal de kans op lekker en goed slapen toenemen.
Beweging
Doordat senioren vaak minder lopen en in beweging zijn ontstaat er een storing in het bioritme van het lichaam. Een tip voor senioren is dan ook: Probeer af en toe een wandeling te maken, al is het maar heel kort. Dit kan bijdragen aan het creëren van meer rust in je lichaam.
Medicatie
Bepaalde medicijnen kunnen zorgen voor een instabieler slaapritme. Medicatie voor bijvoorbeeld astma, hartkwalen of het weer in balans brengen van de bloeddruk kan deze bijwerkingen hebben. Het slaapritme kan door de medicatie worden verslechterd. Wanneer je wat ouder bent kan dit veel effect hebben. Het is dan belangrijk om direct contact op te nemen met de huisartes om te kijken of er bijvoorbeeld mogelijkheden zijn voor een alternatief medicijn.
Snurken
Het snurken van je partner kan zorgen voor een verminderende slaaprust. Zelf snurken kan ook een vorm zijn van slaapapneu. Slaapapneu is een serieuze stoornis met gevolgen zoals een verhoogd risico op hartfalen, depressie en geheugenverlies.